Schlüter-DILEX-BT/OT 

Draagprofiel van het bouwscheidingsvoegprofiel.

Schlüter-DILEX-BT/OT is het draagprofiel aan wandzijde van de bouwscheidingsvoegen en kan in elke afmeting vrij worden gecombineerd met Schlüter-DILEX-BT/MT en -RENO-VT.


  • Voetganger
  • Winkelwagen
  • Personenwagen
  • Palletwagen
Productfoto DILEX-BT/OT 1©Schlüter-Systems KG
Doorsnedetekening DILEX-BT/OT 1©Schlüter-Systems KG
zoom_out_map search
Productfoto DILEX-BT/OT 1
Doorsnedetekening DILEX-BT/OT 1

Schlüter-DILEX-BT/OT is een onderhoudsvrij draagprofiel aan wandzijde van aluminium. Het profiel is zodanig ontworpen, dat het als zijdelings bevestigingsvlak in de lijmlaag onder tegel- of natuursteenbekledingen kan worden verankerd. Het draagprofiel kan met het in elkaar verschuifbare middenstuk DILEX-BT/MT en met het draagprofiel aan vloerzijde RENO-VT gecombineerd worden.

  1. Schlüter-DILEX-BT moet worden afgestemd op de tegeldikte.
  2. Breng op de plaats waar de tegelbekleding moet worden begrensd, tegellijm aan met een getande lijmkam.
  3. DILEX-BT moet met het trapeziumvormig geperforeerde bevestigingsvlak in het lijmbed worden gedrukt en uitgelijnd.
  4. Het trapeziumvormig geperforeerde bevestigingsvlak moet met tegellijm over het volledige oppervlak worden bestreken.
  5. De aangrenzende tegels moeten zodanig worden geplaatst dat de bovenkant van het profiel vlak aansluit op de tegel (het profiel mag niet boven het tegelvlak uitsteken, beter is tot ca. 1 mm eronder). De tegels moeten ter hoogte van het profiel vol in de tegellijm worden geplaatst. Er moet steeds een niet-gesneden tegelzijde aan het profiel grenzen.
  6. De tegels worden tegen de zijdelingse voegrib gelegd, zodat een regelmatige voeg van 1,5 mm ontstaat.
  7. De voegruimte tussen de tegels en het profiel moet volledig met voegmortel worden gevuld – vervolgens moet de aangebrachte beschermfolie direct worden verwijderd.
  8. Bij verwerking in de dekvloerlaag moeten eerst aan weerszijden van de scheidingsvoeg op de aangewezen hoogte afgestreken delen mortel worden aangebracht, die door een isolatiestrip dienen gescheiden te worden.
    1. Op de mortelstroken wordt een contactlaag van hydraulisch bindende tegellijm of vloeibaar cement aangebracht.
    2. DILEX-BT moet op de contactlaag worden gelegd, worden uitgelijnd en ingeklopt.
    3. De dekvloer moet qua hoogte zodanig worden bewerkt, dat het oppervlak van de aan te brengen bekleding op gelijke hoogte aansluit op de bovenkant van het profiel. De profielhoogte moet zó worden gekozen dat het bevestigingsvlak wordt bedekt door een ongeveer 15 mm dikke cementdekvloerlaag.
  9. DILEX-BT wordt op wanden of plafonds op identieke wijze verwerkt als op de vloer.

Het profiel is leverbaar in de volgende materiaaluitvoeringen:

  • A = Aluminium
  • AE = Alu. bruut mat geanodiseerd

Materiaaleigenschappen en toepassingsgebieden

De geschiktheid van het voorziene profieltype moet in speciale omstandigheden op basis van de te verwachten chemische, mechanische of andere belastingen worden gecontroleerd.

Schlüter-DILEX-BT/OT van aluminium moet bij een te verwachten chemische belasting op geschiktheid worden gecontroleerd. Aluminium is gevoelig voor alkalische invloeden. De combinatie van cement en vocht heeft een alkalische werking en dat kan al naargelang concentratie en inwerkingsduur leiden tot corrosie (vorming van aluminiumhydroxide). Daarom moet mortel of voegmateriaal op zichtvlakken direct worden verwijderd.

DILEX-BT/OT van geanodiseerd aluminium heeft door de anodisatielaag een veredeld oppervlak, dat bij normaal gebruik niet meer verandert.

Het zichtbare oppervlak moet worden beschermd tegen schurende en krassende invloeden. Omdat ze het oppervlak kunnen aantasten, moeten gemorste tegellijm, mortel en voegmateriaal direct worden verwijderd. Verder geldt dezelfde beschrijving als bij aluminium.

Schlüter-DILEX-BT/OT vergt geen speciale reiniging of onderhoud. De oxidatielaag op aluminium kan met een in de handel verkrijgbaar polijstmiddel worden verwijderd; na verloop van tijd vormt deze zich echter opnieuw. Beschadigingen aan de anodisatielaag kunnen enkel worden hersteld door ze te overlakken.