- Controleer altijd of ondergronden waarop DITRA-HEAT-PS moet worden aangebracht, geschikt zijn, dus vlak, stabiel, schoon en compatibel zijn. Bestanddelen die een goede hechting verhinderen, moeten van het oppervlak worden verwijderd. Het uitvlakken van oneffenheden of het uitvoeren van nivellerings- of hellingslagen moet gebeuren vóór het aanbrengen van de matten.
- De ondergrond moet stofvrij zijn alvorens het materiaal te plaatsen en moet daarom grondig worden gereinigd.
Opmerking:
Een primer voor de ondergrond is niet per se nodig, maar indien nodig kan een voorbehandeling worden uitgevoerd met een in de handel verkrijgbare dispersieprimer.
- De ontkoppelingsmat DITRA-HEAT-PS wordt op maat gesneden en aangebracht. Vervolgens wordt de beschermfolie aan de achterzijde van het zelfklevende vlies verwijderd en de mat met behulp van een strijkbord of een aandrukrol (-wals) over het volledige oppervlak op de ondergrond aangedrukt.
Opmerking:
Bij het aanbrengen van de rol is het handig om DITRA-HEAT-PS al bij het leggen precies uit te lijnen en strak aan te halen door er lichtjes aan te trekken. Kleine correcties zijn mogelijk vóór de ontkoppelingsmat wordt aangedrukt.
Het Easycut-snijraster reduceert de terugrolkracht van de mat tot een minimum.
-
Om te voorkomen dat de geplaatste DITRA-HEAT-PS beschadigd raakt of van de ondergrond loskomt, wordt aangeraden de mat tegen mechanische belasting te beschermen, bijvoorbeeld met behulp van loopplanken (vooral op plaatsen waar wordt gelopen om materiaal aan te voeren).
Opmerking: voordat de sensoren met dunbedmortel worden bedekt, moeten de weerstandswaarden - bijvoorbeeld met een DITRA-HEAT-E-CT-kabeltester - worden gemeten en worden vergeleken met de waarden die in de handleiding van de thermostaat staan vermeld.
Meer informatie over de installatie en instelling van de elektrische componenten van het Schlüter-DITRA-HEAT-E-programma staat in de meegeleverde handleiding of de productdatabladen.
Neem bij gebruik van de DITRA-HEAT-PS als vloertemperatuurregeling de verwerkingsvoorschriften in de installatiehandleiding voor Schlüter-DITRA-HEAT-E in acht.
Afdichting met Schlüter-DITRA-HEAT-PS
Bij een zorgvuldige afdichting van de stootnaden van de matten en de aansluitingen op inbouwelementen en opgaande constructies kan DITRA-HEAT worden gebruikt als afdichting als geen gecertificeerde contactafdichting is vereist.
Wanneer een algemeen bouwtechnisch testcertificaat (abP) of een Europese goedkeuring (ETA = European Technical Assessment) vereist is, moeten voor verlijming in dunbedmortel varianten van DITRA-HEAT/DUO worden gebruikt die over de desbetreffende goedkeuring beschikken.
DITRA-HEAT-PS beschermt zo de ondergrond tegen schade door binnendringend vocht en agressieve stoffen. Voor het afdichten van de naden, moet afdichtingslijm Schlüter-KERDI-COLL-L op de stootnaden worden aangebracht en afdichtingsband Schlüter-KERDI-KEBA over een breedte van minstens 12,5 cm op de naden worden ingebed.
Voor het afdichten van vloer-/wandaansluitingen wordt KERDI-KEBA band in de aanbevolen breedte op de vloer op DITRA-HEAT-PS en tegen de wand rechtstreeks op de ondergrond gelijmd. De dichtingsbanden moeten minimaal 5 cm overlappen. Ook aansluitingen op vaste inbouwelementen, zoals deur- en raamelementen van metaal, hout of kunststof, kunnen met KERDI-KEBA tot stand worden gebracht. Hiervoor wordt eerst Schlüter-KERDI-FIX op het kleefvlak van de inbouwelementen aangebracht. De resterende breedte wordt met KERDI-COLL-L over het volledige oppervlak op DITRA-HEAT-PS verlijmd.
Er moet vooraf worden gecontroleerd of KERDI-FIX geschikt is voor het desbetreffende materiaal van de inbouwelementen. Op bestaande bewegingsvoegen of bouwscheidingsvoegen moet DITRA-HEAT-PS worden onderbroken en op de stootnaadverbindingen moet Schlüter-KERDI-FLEX worden gelijmd. Verwarmingskabels mogen niet over dilatatie- en schijnvoegen worden gelegd.
KERDI-FLEX moet ook bij flexibele randafsluitingen worden gebruikt. Als alternatief kan hier ook KERDI-KEBA worden gebruikt wanneer een overeenkomstige lus wordt gevormd.
Ondergronden voor Schlüter-DITRA-HEAT-PS
Controleer altijd of ondergronden waarop DITRA-HEAT-PS moet worden aangebracht, vlak, stabiel, schoon en compatibel zijn. Bestanddelen die een goede hechting verhinderen, moeten van het oppervlak worden verwijderd. Voordat DITRA-HEAT-PS wordt geplaatst, moeten oneffenheden worden uitgevlakt en moet een nivellerings- of hellingslaag worden aangebracht.
Om een efficiënte verwarming van de vloer te garanderen, is de inbouw van thermische isolatie nodig, in het bijzonder bij plaatsing op de grond of boven onverwarmde ruimtes.
Voor een snellere opwarming op onverwarmde dekvloerconstructies adviseren wij het gebruik van DITRA-HEAT-DUO-PS.
DITRA-HEAT-PS kan alleen op niet-geïsoleerde ondergrondconstructies worden aangebracht die tegen optrekkend vocht of drukkend water zijn afgedicht. Een functionerende horizontale barrière is in dit geval verplicht.
Beton
Beton is onderhevig aan langdurige vormveranderingen door krimp. Bij beton en voorgespannen beton kunnen bovendien spanningen optreden ten gevolge van doorbuiging.
Door het gebruik van DITRA-HEAT-PS worden de optredende spanningen tussen beton en tegelbekleding geabsorbeerd, zodat de tegels circa 28 dagen na het aanbrengen van het beton kunnen worden geplaatst.
Cementdekvloer
Cementdekvloeren moeten volgens de geldende voorschriften ten minste 28 dagen zijn uitgehard en een restvochtgehalte van minder dan 2 CM-% hebben voordat de tegels kunnen worden gelegd.
Vooral zwevende en verwarmde dekvloeren kunnen ten gevolge van belastingen en temperatuurveranderingen ook achteraf nog vervormen of barsten. Bij gebruik van DITRA-HEAT-PS kunnen de tegels op een verse cementdekvloer worden geplaatst zodra deze een voldoende droog oppervlak heeft (dit is na ca. 3-5 dagen het geval bij een standaard cementdekvloer en goede ventilatie).
Eventuele barsten en vervormingen van de dekvloer die achteraf optreden, worden door DITRA-HEAT-PS geneutraliseerd en kunnen niet naar de tegelbekleding worden overgedragen.
Calciumsulfaatdekvloer
Calciumsulfaatdekvloer (anhydrietdekvloer) mag bij het plaatsen van tegels volgens de geldende voorschriften max. 0,5 CM-% restvochtgehalte bevatten. Door het gebruik van DITRA-HEAT-PS kan al bij een restvochtigheid van minder dan 2 CM-% een tegelbekleding worden aangebracht.
Indien nodig, moet het dekvloeroppervlak worden voorbehandeld volgens de voorschriften en instructies van de fabrikant (schuren, voorstrijken). Vervolgens kan DITRA-HEAT-PS op de voorbehandelde
dekvloer worden vastgelijmd. DITRA-HEAT-PS beschermt de dekvloer tegen binnendringend vocht via het oppervlak. Omdat calciumsulfaatdekvloeren gevoelig zijn voor vocht, moeten ze worden beschermd tegen bijkomende vochtbelasting, onder andere uit de ondergrond.
Verwarmde dekvloeren
DITRA-HEAT-PS kan ook op verwarmde dekvloeren worden toegepast volgens de hierboven genoemde instructies (m.b.t. cement, calciumsulfaat). Bij het gebruik van DITRA-HEAT-PS kan de bekledingsconstructie al 7 dagen na voltooiing worden verwarmd. Beginnend bij 25 °C kan de aanvoertemperatuur daarbij dagelijks met max. 5 °C tot de gebruikstemperatuur van max. 40 °C worden verhoogd.
Opmerking:
Met de inbouw van DITRA-HEAT-PS over een verwarmde dekvloer kan een individuele, gedeeltelijke verwarming worden gerealiseerd die onafhankelijk van de centrale verwarming functioneert. Hierdoor kan de centrale verwarming tijdens de overgangsperiode volledig worden uitgeschakeld.
Verder kunnen ook piekbelastingen worden opgevangen met DITRA-HEAT-PS.
Kunststofbekledingen en coatings
De oppervlakken moeten voldoende draagvermogen bieden en zodanig zijn uitgevoerd of voorbehandeld dat de lijm aan de achterzijde van het DITRA-HEAT-PS draagvlies erop kan hechten. Controleer eerst of de lijm compatibel is met de ondergrond. DITRA-HEAT-PS mag alleen op bekledingen zonder oplosmiddel of weekmakers worden aangebracht; ook moeten bekledingen olievrij zijn.
Spaan- en multiplexplaten
Deze materialen zijn in bijzondere mate onderhevig aan vormveranderingen onder invloed van vocht (of sterk wisselende luchtvochtigheid). Daarom dienen spaan- of multiplexplaten te worden gebruikt die een vochtwerende behandeling hebben ondergaan.
De platen kunnen in principe worden gebruikt als ondergrond op de vloer in binnentoepassing. De dikte van de platen moet zo worden gekozen dat ze in combinatie met een geschikte draagconstructie voldoende vormvast zijn.
Voor de bevestiging worden schroeven op een korte tussenafstand aangebracht. De naden moeten van het tand/groeftype zijn en volledig zijn afgedicht. Ten opzichte van aangrenzende constructie-elementen moet een randvoeg van ca. 10 mm worden voorzien. DITRA-HEAT-PS neutraliseert de spanningen die in de tegelbekleding kunnen optreden en voorkomt bovendien binnendringen van vocht.
Plankenvloeren
Mits de plankenvloer voldoende draagkrachtig, vastgeschroefd en van het tand/groeftype is, kunnen keramische bekledingen er in principe rechtstreeks op worden gelegd. Een bewezen oplossing is in dit geval het aanbrengen van een extra laag spaan- of multiplexplaten. Alvorens DITRA-HEAT-PS op de plankenvloer te plaatsen, moet het vochtgehalte ervan in evenwicht zijn. Oneffen vloeren moeten vooraf door geschikte maatregelen worden genivelleerd.
Verwerking van elektrische componenten van Schlüter-DITRA-HEAT-E
De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien (EN 60335-1).
Onmiddellijk na het verlijmen van de ontkoppelingsmat DITRA-HEAT-PS kan de verwarmingskabel worden aangebracht met behulp van een strijkbord of aandrukrol. Aan het gelaste uiteinde van de kabel moet een passende uitsparing worden aangebracht. De vloersensoren worden direct in de gelijmde ontkoppelingsmat DITRA-HEAT-PS geplaatst. Omdat de vloersensor rechtstreeks in de dunbedmortel wordt geïntegreerd en niet meer kan worden vervangen, moet een reservesensor bij de installatie worden aangebracht (een tweede sensor als reservesensor is standaard meegeleverd bij de thermostaat). De sensoren moeten in het midden tussen twee verwarmingskabels worden geplaatst.