Schlüter-DITRA-HEAT-E-S1/S2/S3 

Complete set voor vloer en wand

Maak het u gemakkelijk en bestel DITRA-HEAT-E als complete set met alle benodigde systeemcomponenten.

Alle sets bevatten:

  • Schlüter-DITRA-HEAT-MA ontkoppelingsmatten
  • Schlüter-DITRA-HEAT-E-HK verwarmingskabel
  • 1x Schlüter-DITRA-HEAT-E-R of Schlüter-DITRA-HEAT-E-R-WIFI thermostaat
  • 2 aansluitdozen
  • 1 mantelbuis (3 m)

  • Wand binnentoepassing
  • Particulier gebruikte vloeren
  • Regeling via wifi
Productfoto DITRA-HEAT-E-S1/S2/S3 1©Schlüter-Systems KG
Productfoto DITRA-HEAT-E-S1/S2/S3 2©Schlüter-Systems KG
zoom_out_map search
Productfoto DITRA-HEAT-E-S1/S2/S3 1
Productfoto DITRA-HEAT-E-S1/S2/S3 2

Schlüter-DITRA-HEAT is een polypropyleenmat met een ingesneden noppenstructuur, die aan de achterzijde van een draagvlies is voorzien.

De mat is een universele ondergrond voor tegelbekledingen als ontkoppelings-, afdichtings- en dampdruknivelleringslaag en dient voor het aanbrengen van verwarmingskabels.

De ondergrond waarop DITRA-HEAT wordt geplaatst, moet vlak zijn en over voldoende draagvermogen beschikken. Voor het verlijmen van DITRA-HEAT wordt een op de ondergrond afgestemde dunbedmortel aangebracht met een lijmkam (aanbeveling 6 x 6 mm). Daarin wordt DITRA-HEAT met het vliesweefsel vol verlijmd, waarbij het weefsel zich mechanisch in de lijm verankert. Houd rekening met de open tijd van de lijm.

Bij installatie op de vloer kunnen de verwarmingskabels direct na het vastlijmen van de mat met een minimumafstand van 9 cm (elke derde nop ≙ 136 W/m²) worden aangebracht.

Bij wandinstallatie worden de verwarmingskabels geplaatst zodra het hechtcontact afdoende is. Hierbij kan worden gekozen voor een plaatsingsafstand tussen 6 cm (elke tweede nop ≙ 200 W/m²) en 9 cm (elke derde nop ≙ 136 W/m²). Voor wanden wordt het gebruik van matten aanbevolen.

De tegelbekleding wordt overeenkomstig de geldige verwerkingsvoorschriften vakkundig volgens het dunbedprocedé rechtstreeks op DITRA-HEAT aangebracht, waarbij de dunbedmortel zich in de ingesneden noppenstructuur van de DITRA-HEAT-mat verankert.

Schlüter-DITRA-HEAT is waterdicht en bestand tegen de chemische belastingen die gewoonlijk optreden in combinatie met keramische tegelbekledingen. Op plaatsen waar dat noodzakelijk is, kan in combinatie met DITRA-HEAT een beproefde contactafdichting worden gerealiseerd.

Met de kabeltester Schlüter-DITRA-HEAT-E-CT kan de weerstand worden gemeten van de elektrische verwarmingskabel DITRA-HEAT-E-HK en de sensoren die bij de thermostaat DITRA-HEAT-E worden geleverd. Tijdens de gehele inbouwfase bewaakt de tester de weerstand van de verwarmingskabels. In geval van schade wordt de verwerker door een akoestisch signaal gewaarschuwd. 60 minuten na de laatste druk op de toets schakelt de kabeltester zich automatisch uit (er is geen geheugenfunctie van de waarde).

Samenvatting van functies

a) Ontkoppeling

Schlüter-DITRA-HEAT ontkoppelt de bekleding van de ondergrond en neutraliseert op die manier de spanningen tussen de ondergrond en de tegelbekleding die het gevolg zijn van verschillende vormveranderingen. Tevens worden spanningsscheurtjes uit de ondergrond overbrugd zonder dat ze aan de tegelbekleding worden doorgegeven.

b) Afdichting

Schlüter-DITRA-HEAT is een waterdichte polypropyleenmat met een relatief hoge waterdampdiffusiedichtheid. Bij een vakkundige verwerking ter hoogte van de naden en de inbouwelementen kan met DITRA-HEAT een beproefde contactafdichting in combinatie met de tegelbekleding worden gerealiseerd.

Schlüter-DITRA-HEAT is toepasbaar overeenkomstig de in Duitsland geldende afdichtingsnorm DIN 18534. Waterinwerkingsklasse: W0-I tot W3-I*. Verder beschikt DITRA-HEAT over een algemeen bouwtechnisch testcertificaat (abP).

Vochtigheidsbelastingsklasse volgens ZDB: 0 tot B0 en A.

Schlüter-DITRA-HEAT beschikt volgens ETAG 022 (afdichting in verbinding) over een Europese vergunning (ETA = European Technical Assessment) en heeft een CE-markering.

Voor toepassingen waarin CE-conform of overeenkomstig de abP (algemeen bouwtechnisch testcertificaat) moet worden gewerkt, mag enkel voor het systeem goedgekeurde dunbedmortel worden gebruikt. De dunbedmortel en de betreffende testcertificaten kunnen worden opgevraagd via het adres dat in dit productdatablad wordt vermeld.

Schlüter-DITRA-HEAT beschermt zo de onderconstructie tegen schade door binnendringend vocht en agressieve stoffen.

c) Spreiding van de belasting (lastoverdracht)

Vloertegels geplaatst op DITRA-HEAT moeten minstens 5 x 5 cm groot zijn en een minimale dikte van 5,5 mm hebben. Schlüter-DITRA-HEAT leidt de belasting op de tegelbekleding rechtstreeks af naar de ondergrond via de met dunbedmortel gevulde uitdiepingen. Daardoor zijn op DITRA-HEAT geplaatste tegelbekledingen hoog belastbaar. Bij hogere belastingen (zoals in commerciële ruimtes) en hoge te verwachten puntbelastingen (bijvoorbeeld door een concertvleugel, pompwagen, stelling) moeten de dikte en de drukstabiliteit van de tegels worden afgestemd op het toepassingsgebied. De in Duitsland geldende voorschriften en tegeldikte van het ZDB-normblad "Mechanisch zwaar belastbare keramische vloerbekledingen" moeten in acht worden genomen.

Ingeval van zware belastingen moeten de tegels vol in de tegellijm worden ingebed.

Bij Schlüter-DITRA-HEAT moeten slagbelastingen met harde voorwerpen op keramische bekledingen worden vermeden. De tegels moeten een minimale afmeting van 5 x 5 cm hebben.

d) Hechtcontact

Schlüter-DITRA-HEAT zorgt voor een goed hechtcontact van de tegelbekleding met de ondergrond, zowel door de verankering van het vliesweefsel met de dunbedmortel op de ondergrond als door de mechanische verankering van de dunbedmortel in de ingesneden noppenstructuur. Schlüter-DITRA-HEAT is daarom geschikt voor vloeren en wanden.

De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien (EN 60335-1). Deze verwarmingskabel moet worden voorzien van een alpolige scheidingsschakelaar met minimaal 3 mm afstand tussen de contacten. Als beveiliging tegen indirect aanraken moet een RCD (FI-beveiligingsschakelaar) met een aardlekschakelaar van IΔN ≤ 30 mA worden geïnstalleerd.

Meer informatie over het installeren van de verwarmingskabel en het installeren en instellen van de thermostaat vindt u in de handleiding van de verwarmingskabel of de thermostaat.

Plaatsing van de vloersensor

Variant A: de vloersensor wordt rechtstreeks in de zojuist gelegde DITRA-HEAT-ontkoppelingsmat geplaatst. Omdat de vloersensor rechtstreeks in de dunbedmortel wordt geïntegreerd en niet meer kan worden vervangen, moet een reservesensor worden geïnstalleerd (bij de thermostaat wordt standaard een tweede sensor als reservesensor meegeleverd). De sensoren moeten in het midden tussen twee verwarmingskabels worden geplaatst.

Variant B: de vloersensor van de thermostaat wordt in de beschermingsbuis met sensorhuls rechtstreeks in de vloer onder de DITRA-HEAT-ontkoppelingsmat geplaatst. In de DITRA-HEAT-ontkoppelingsmat moet ruimte worden uitgespaard voor de sensorhuls. De sensor wordt door de beschermingsbuis geleid en vervolgens wordt de huls eroverheen geschoven (beschermingsbuis en sensorhuls zijn als montageset met artikelnummer DH EZ S1 verkrijgbaar).

Voor een optimale temperatuurovergang van het te verwarmen oppervlak naar de sensor mag er tussen de sensorhuls en de DITRA-HEAT geen thermisch isolerend materiaal worden aangebracht. In dit geval moet er rond de sensorhuls ruimte in het isolatiemateriaal worden uitgespaard.

Opmerking: voordat de sensoren met dunbedmortel worden bedekt, moeten de weerstandswaarden - bijvoorbeeld met een DITRA-HEAT-E-CT-kabeltester - worden gemeten en worden vergeleken met de waarden die in de handleiding van de thermostaat staan vermeld.

  1. De ondergrond mag geen bestanddelen bevatten die de hechting nadelig beïnvloeden en moet draagkrachtig en vlak zijn. Eventuele nivelleringsmaatregelen moeten worden uitgevoerd voordat DITRA-HEAT wordt geplaatst.
  2. De lijm voor verwerking van DITRA-HEAT moet zijn afgestemd op het type ondergrond.

    De lijm moet op de ondergrond hechten en zich mechanisch in het draagvlies van DITRA-HEAT verankeren. Op de meeste ondergronden kan een hydraulisch afbindende dunbedmortel worden gebruikt. Hierbij is het aan te raden om een dunbedmortel met een geschikte consistentie te kiezen. Ga vooraf na of de verschillende materialen compatibel zijn. Bij gebruik van bekledingsmateriaal met een kantlengte ≥ 30 cm adviseren wij een tegellijm met kristallijne waterafbinding voor een snelle hechting en droging van de mortel.

  3. De geschikte dunbedmortel wordt met een lijmkam (6 x 6 mm) op de ondergrond aangebracht. Voor een betere beginhechting bij verlijming aan de wand adviseren wij een contactlaag op de achterzijde van DITRA-HEAT aan te brengen.
  4. De vooraf op maat gesneden DITRA-HEAT wordt over het hele oppervlak met het draagvlies in de aangebrachte lijm ingebed en onmiddellijk met behulp van een strijkbord of een aandrukrol in één richting werkend in de lijm gedrukt. Houd rekening met de open tijd van de lijm. Bij het aanbrengen van de rol is het handig om DITRA-HEAT al bij het leggen precies uit te lijnen en strak aan te halen door er lichtjes aan te trekken.

    Het Easycut-snijraster reduceert de terugrolkracht tot een minimum. Voor wandtoepassingen wordt het gebruik van matten aangeraden. De matten of stroken worden met de naden tegen elkaar geplaatst.

  5. Om te voorkomen dat de geplaatste DITRA-HEAT beschadigd raakt of van de ondergrond loskomt, wordt aangeraden de mat tegen mechanische belasting te beschermen, bijvoorbeeld met behulp van loopplanken (vooral op plaatsen waar wordt gelopen om materiaal aan te voeren).

Plaatsing van de verwarmingskabel

    1. Bij vloerinstallatie kunnen de verwarmingskabels onmiddellijk na het verlijmen van de DITRA-HEAT-ontkoppelingsmat worden geplaatst met behulp van een strijkbord of aandrukrol.
      Bij wandinstallatie worden de verwarmingskabels geplaatst zodra het hechtcontact afdoende is.
      Verwarmingskabels mogen elkaar niet raken of kruisen.
    2. Aan het gelaste uiteinde van de kabel moet een passende uitsparing worden aangebracht.
      Opmerking: met de kabeltester DITRA-HEAT-E-CT kan de weerstand van de elektrische verwarmingskabel DITRA-HEAT-E-HK tijdens de hele inbouwfase continu worden gemeten. In geval van schade wordt de verwerker door een akoestisch signaal gewaarschuwd.
  1. Op de vloer:
    De afstand tussen de noppen van de ontkoppelingsmat bedraagt 3 cm. De plaatsingsafstand op de vloer bedraagt
  • 9 cm (om elke derde nop – dit komt overeen met 136 W/m²)​​​
    en mag niet dichter gelegd worden.
    Kleinere afstanden, met name op de vloer, kunnen tot oververhitting en schade aan bouwmaterialen leiden.
    Tijdens het plaatsen mag niet rechtstreeks op de verwarmingskabels worden gelopen.
  1. Aan de wand:
    De plaatsingsafstand aan de wand kan worden gekozen op basis van de beschikbare oppervlakte, de gewenste oppervlaktetemperatuur en de vereiste verwarmingsprestaties tussen
  • 6 cm (om elke tweede nop – dit komt overeen met 200 W/m²) en
  • 9 cm (om elke derde nop – dit komt overeen met 136 W/m²)
    .
  1. De overgang van de verwarmingskabel naar de aansluitkabel (mof) is aangeduid met een markering zoals afgebeeld. Bovendien bevindt zich op de mof een sticker “Übergang/Connection”. In het verdere verloop van de aansluitkabel is de markering “KALT/COLD” aangebracht. Deze koude leiding (4 m) moet rechtstreeks naar een aansluitdoos of tot aan de thermostaat worden gelegd. De koude leiding mag tot op maximaal 1,00 m vóór de mof worden ingekort. Inkorten van de verwarmingskabel is niet toegestaan.
  2. Na plaatsing en controle van de verwarmingskabel volgens de montagehandleiding DITRA-HEAT-E kunnen de tegels volgens de dunbedmethode worden geplaatst met een op de bekleding afgestemde dunbedmortel. Het is zinvol om in één bewerking zowel de uitsparingen van de ontkoppelingsmat met de gladde zijde van de lijmkam te vullen (verwarmingskabels en moffen moeten volledig bedekt zijn met tegellijm) als de dunbedmortel met de getande zijde door te kammen voor de plaatsing van de tegels. De vertanding van de lijmkam moet afgestemd zijn op het tegelformaat voor een inbedding in dunbedmortel over het volledige oppervlak. Houd rekening met de verwerkingstijd van de dunbedmortel.
  3. Voor bewegingsvoegen, zoals veldbegrenzings-, rand- en aansluitvoegen, moeten de betreffende instructies in dit productdatablad in acht worden genomen.

Opmerking: de dunbedmortel en het bekledingsmateriaal die in combinatie met DITRA-HEAT worden gebruikt, moeten zijn afgestemd op het toepassingsgebied en voldoen aan de geldende voorschriften. DITRA-HEAT-E mag op zijn vroegst 7 dagen na het leggen van de bekleding voor het eerst worden verwarmd.

Opmerking over de installatie van DITRA-HEAT aan de wand:

Voor een duidelijke begrenzing van de wandtemperatuurregeling (om te voorkomen dat er per ongeluk in de verwarmingskabel wordt geboord) raden wij aan om de verwarmde zone met behulp van Schlüter-profielen (zoals RONDEC, QUADEC of DESIGNLINE) optisch af te bakenen (zie details hierboven).

Vanwege de thermische lengteverandering moeten bij verwarmde wandvlakken ≥ 3 m wand- of aansluitvoegen permanent elastisch worden uitgevoerd.

Afdichting met Schlüter-DITRA-HEAT

Bij een zorgvuldige afdichting van de stootnaden van de matten en de aansluitingen op inbouwelementen en opgaande constructies kan met DITRA-HEAT een beproefde afdichting in combinatie met de tegelbekleding worden gerealiseerd.

DITRA-HEAT beschikt volgens een in Duitsland vereiste vergunning over een abP (algemeen bouwtechnisch testcertificaat) en heeft een Ü-markering. Vochtigheidsbelastingsklasse volgens abP: 0 - B0 en A.

Schlüter-DITRA-HEAT beschikt volgens ETAG 022 (afdichting in verbinding) over een Europese vergunning (ETA = European Technical Assessment) en heeft een CE-markering.

Vochtigheidsbelastingsklasse volgens ETAG 022: A.

Voor toepassingen waarin CE-conform of overeenkomstig het abP (algemeen bouwtechnisch testcertificaat) moet worden gewerkt, mag enkel voor het systeem goedgekeurde dunbedmortel worden gebruikt.

De dunbedmortel en de betreffende testcertificaten kunnen worden opgevraagd via het adres dat in dit productdatablad wordt vermeld.

Schlüter-DITRA-HEAT beschermt zo de ondergrond tegen schade door binnendringend vocht en agressieve stoffen. Voor de verbinding van de matten wordt afdichtingslijm Schlüter-KERDI-COLL-L over de stootnaden aangebracht en vervolgens worden deze over het hele vlak met een min. 12,5 cm brede Schlüter-KERDI-KEBA band verlijmd.

Voor het afdichten van vloer-/wandaansluitingen wordt KERDI-KEBA band in de aanbevolen breedte op de vloer op DITRA-HEAT en tegen de wand rechtstreeks op de ondergrond gelijmd. De dichtingsbanden moeten minimaal 5 cm overlappen. Ook aansluitingen op vaste inbouwelementen, zoals deur- en raamelementen van metaal, hout of kunststof, kunnen met KERDI-KEBA tot stand worden gebracht. Hiervoor wordt eerst Schlüter-KERDI-FIX op het kleefvlak van de inbouwelementen aangebracht. De resterende breedte wordt met KERDI-COLL-L over het volledige oppervlak op DITRA-HEAT verlijmd.

Er moet vooraf worden gecontroleerd of KERDI-FIX geschikt is voor het desbetreffende materiaal van de inbouwelementen. Op bestaande bewegingsvoegen of bouwscheidingsvoegen moet DITRA-HEAT worden onderbroken en op de stootnaadverbindingen moet Schlüter-KERDI-FLEX worden gelijmd. Verwarmingskabels mogen niet over dilatatie- en schijnvoegen worden gelegd.

KERDI-FLEX moet ook bij flexibele randafsluitingen worden gebruikt. Als alternatief kan hier ook KERDI-KEBA worden gebruikt wanneer een overeenkomstige lus wordt gevormd.

Opmerking over vloerafvoeren:

Met Schlüter-KERDI-DRAIN en Schlüter-KERDI-LINE is een speciaal afvoersysteem ontwikkeld voor aansluiting op contactafdichtingen. Schlüter-DITRA-HEAT kan hier met toepassing van KERDI manchetten snel en betrouwbaar worden aangebracht.

Thermostaat:

De verwarmingskabels van het DITRA-HEAT-systeem mogen alleen door een DITRA-HEAT-E-thermostaat worden aangestuurd.

Ondergronden voor Schlüter-DITRA-HEAT

Controleer altijd of ondergronden waarop DITRA-HEAT moet worden aangebracht, vlak, stabiel, schoon en compatibel zijn. Bestanddelen die een goede hechting verhinderen, moeten van het oppervlak worden verwijderd. Voordat DITRA-HEAT wordt geplaatst, moeten oneffenheden worden uitgevlakt en moet een nivellerings- of hellingslaag worden aangebracht.

Om een efficiënte verwarming van de vloer te garanderen, is de inbouw van thermische isolatie nodig, in het bijzonder bij plaatsing op de grond of boven onverwarmde ruimtes.

Voor een snellere opwarming op onverwarmde dekvloerconstructies adviseren wij het gebruik van DITRA-HEAT-DUO voor een thermische barrière of Schlüter-KERDI-BOARD als isolatielaag (zie productdatablad 12.1).

Beton

Beton is onderhevig aan langdurige vormveranderingen door krimp. Bij beton en voorgespannen beton kunnen bovendien spanningen optreden ten gevolge van doorbuiging.

Door het gebruik van DITRA-HEAT worden de optredende spanningen tussen beton en tegelbekleding geabsorbeerd, zodat de tegels direct kunnen worden geplaatst zodra het beton voldoende stabiel is.

Cementdekvloer

Cementdekvloeren moeten volgens de geldende voorschriften ten minste 28 dagen oud zijn en een restvochtgehalte van minder dan 2 CM-% hebben voordat de tegels worden gelegd.

Vooral zwevende en verwarmde dekvloeren kunnen als gevolg van belastingen en temperatuurveranderingen ook achteraf nog vervormen of barsten. Bij gebruik van DITRA-HEAT kunnen de tegels op een verse cementdekvloer worden geplaatst zodra deze begaanbaar is.

Eventuele barsten en vervormingen van de dekvloer die achteraf optreden, worden door DITRA-HEAT geneutraliseerd en kunnen niet naar de tegelbekleding worden overgedragen.

Calciumsulfaatdekvloer

Calciumsulfaatdekvloer (anhydrietdekvloer) mag bij het plaatsen van tegels volgens de geldende voorschriften max. 0,5 CM-% restvochtgehalte bevatten. Door het gebruik van DITRA-HEAT kan al bij een restvochtigheid van minder dan 2 CM-% een tegelbekleding worden aangebracht.

Indien nodig, moet het dekvloeroppervlak worden voorbehandeld volgens de voorschriften en instructies van de fabrikant (schuren, voorstrijken). Gebruik voor het verlijmen van DITRA-HEAT een hydraulisch afbindende of een andere daarvoor geschikte dunbedmortel. DITRA-HEAT beschermt de dekvloer tegen binnendringend vocht via het oppervlak. Omdat calciumsulfaatdekvloeren gevoelig zijn voor vocht, moeten ze worden beschermd tegen bijkomende vochtbelasting, onder andere uit de ondergrond.

Verwarmde dekvloeren

DITRA-HEAT kan ook op verwarmde dekvloeren worden toegepast volgens de hierboven genoemde instructies (m.b.t. cement, calciumsulfaat). Bij het gebruik van DITRA-HEAT kan de bekledingsconstructie al 7 dagen na voltooiing worden verwarmd. Beginnend bij 25 °C kan de aanvoertemperatuur daarbij dagelijks met max. 5 °C tot de gebruikstemperatuur van max. 40 °C worden verhoogd.

Opmerking:

Met de inbouw van DITRA-HEAT over een verwarmde dekvloer kan een individuele, gedeeltelijke verwarming worden gerealiseerd die onafhankelijk van de centrale verwarming functioneert. Hierdoor kan de centrale verwarming tijdens de overgangsperiode volledig worden uitgeschakeld.

Verder kunnen ook piekbelastingen worden opgevangen met DITRA-HEAT.

Kunststofbekledingen en coatings

De oppervlakken moeten voldoende draagvermogen bieden en zodanig zijn uitgevoerd of voorbehandeld dat een geschikte lijm erop kan hechten waarin dan het draagvlies van DITRA-HEAT zich kan verankeren. Controleer eerst of de lijm compatibel is met de ondergrond en met DITRA-HEAT.

Spaan- en multiplexplaten

Deze materialen zijn in bijzondere mate onderhevig aan vormveranderingen onder invloed van vocht (of sterk wisselende luchtvochtigheid). Daarom dienen spaan- of multiplexplaten te worden gebruikt die een vochtwerende behandeling hebben ondergaan.

De platen kunnen in principe binnenshuis zowel aan de wand als op de vloer als ondergrond worden toegepast. De dikte van de platen moet zo worden gekozen dat ze in combinatie met een geschikte draagconstructie voldoende vormvast zijn.

Voor de bevestiging worden schroeven op een korte tussenafstand aangebracht. De naden moeten van het tand/groeftype en verlijmd zijn. Ten opzichte van aangrenzende constructie-elementen moet een randvoeg van ca. 10 mm worden voorzien. DITRA-HEAT neutraliseert de spanningen die in de tegelbekleding kunnen optreden en voorkomt bovendien dat er vocht indringt.

Plankenvloeren

Mits de plankenvloer voldoende draagkrachtig, vastgeschroefd en van het tand/groeftype is, kunnen keramische bekledingen er in principe rechtstreeks op worden gelegd. Alvorens DITRA-HEAT op de plankenvloer te verlijmen, moet het vochtgehalte ervan in evenwicht zijn. Een bewezen oplossing is in dit geval het aanbrengen van een extra laag spaan- of multiplexplaten. Oneffen vloeren moeten vooraf door geschikte maatregelen worden genivelleerd.

Metselwerk / gemengde ondergronden

Volledig gevoegd metselwerk van baksteen, kalkzandsteen, cementgebonden baksteen, gasbeton en dergelijke is in principe geschikt als ondergrond voor DITRA-HEAT. Oneffenheden moeten vooraf worden geëgaliseerd. Vooral bij renovaties, verbouwingen en aanbouw bestaan ondergronden vaak uit verschillende materialen (gemengd metselwerk), die als gevolg van verschillende vervormingen neigen tot barstvorming aan de grensvlakken. Dankzij DITRA-HEAT worden spanningen en barsten die daarbij ontstaan, niet op de tegelbekleding overgebracht.

Gipspleisterwerk/-stenen

Gipsondergronden moeten, na controle volgens de geldende regels, droog zijn – de oppervlakken moeten zo nodig met een grondlaag worden voorbehandeld. DITRA-HEAT kan met een hydraulisch afbindende of een andere geschikte dunbedmortel worden verlijmd.

Schlüter-DITRA-HEAT is een folie van polypropyleen met een ingesneden noppenstructuur en een Easycut-snijraster. De achterzijde is voorzien van een draagvlies. De op de noppenstructuur gemeten hoogte bedraagt ca. 5,5 mm.

Polypropyleen is op de lange termijn niet UV-bestendig, daarom moet bij de opslag langdurige, intensieve blootstelling aan zonlicht worden voorkomen.

Materiaaleigenschappen en toepassingsgebieden

Schlüter-DITRA-HEAT is onrotbaar, waterdicht, elastisch en barstoverbruggend. Bovendien is het materiaal grotendeels bestand tegen het inwerken van waterige oplossingen, zouten, zuren en logen, en tegen talrijke organische oplosmiddelen, alcoholen en oliën.

Rekening houdend met de te verwachten concentratie, temperatuur en inwerkingsduur moet de bestendigheid tegen speciale projectspecifieke belastingen afzonderlijk worden getest. De waterdampdiffusiedichtheid is relatief hoog. Het materiaal is fysiologisch zonder bezwaar.

De geschiktheid bij chemische of mechanische belastingen moet voor de specifieke toepassing worden gecontroleerd. Hierna kunnen slechts enkele algemene richtlijnen worden gegeven.

Bekledingen op DITRA-HEAT kunnen naargelang de vloerconstructie hol klinken wanneer ze worden belopen met schoenen met harde zolen en/of als een hard voorwerp erop valt.

De toepassing van DITRA-HEAT in combinatie met verwarmingskabels voor vloer- of wandverwarming is alleen binnenshuis toegestaan.

De in combinatie met DITRA-HEAT gebruikte dunbedmortel en het bekledingsmateriaal moeten voor het betreffende toepassingsgebied geschikt zijn en aan de vereisten voldoen.

Bij plaatsing van vochtgevoelige bekledingsmaterialen (zoals natuursteen of kunstharsgebonden tegels) en bij vocht uit de ondergrond (bijvoorbeeld bij verse dekvloeren) moet een laag afdichtingslijm Schlüter-KERDI-COLL-L over de naden van DITRA-HEAT worden aangebracht en moet het volledige oppervlak met een minstens 12,5 cm brede laag Schlüter-KERDI-KEBA worden verlijmd.

Het gebruik van snelhardende dunbedmortel kan bij bepaalde werkzaamheden een voordeel zijn. Bij looppaden bijvoorbeeld voor de aanvoer van materiaal moeten ter bescherming loopplanken op DITRA-HEAT worden gelegd.

Opmerkingen bij bewegingsvoegen

De plaatsingsmat DITRA-HEAT moet boven aanwezige bewegingsvoegen worden doorgesneden. De verwarmingskabel mag niet over bewegingsvoegen worden geplaatst. Bewegingsvoegen moeten overeenkomstig de geldende verwerkingsvoorschriften worden overgenomen in de tegelbekleding. In alle andere gevallen moeten grote bekledingsoppervlakken op de DITRA-HEAT-mat met bewegingsvoegen in velden worden ingedeeld volgens de geldende voorschriften.

Wij verwijzen in dit verband naar het gebruik van de verschillende profieltypes Schlüter-DILEX. Boven bouwscheidingsvoegen moeten afhankelijk van de te verwachten bewegingen geschikte profielen zoals Schlüter-DILEX-BT of Schlüter-DILEX-KSBT worden aangebracht.

Aan bekledingsranden, bijvoorbeeld aan opgaande constructies of wanden, moet randinsluiting worden voorkomen. Randvoegen en aansluitvoegen moeten vakkundig volgens de geldende voorschriften worden aangelegd en breed genoeg zijn om spanningen uit te sluiten. Wij verwijzen naar het gebruik van de verschillende profieltypes uit de DILEX-serie.

Bekijk
video's

Elektrische vloer- en wandverwarming DITRA-HEAT-E: Functies en eigenschappen
Schlüter®-DITRA-HEAT-E: Installatie elektrische oppervlaktemperatuurregeling
Elektrische vloertemperatuurregeling op houten ondergronden: Schlüter®-DITRA-HEAT-E
Elektrische vloertemperatuurregeling op dekvloeren: Schlüter®-DITRA-HEAT-E