Schlüter-DITRA-HEAT is een polypropyleenmat met een ingesneden noppenstructuur, die aan de achterzijde van een draagvlies is voorzien.
De mat is een universele ondergrond voor tegelbekledingen als ontkoppelings-, afdichtings- en dampdruknivelleringslaag en dient voor het aanbrengen van verwarmingskabels.
De ondergrond waarop DITRA-HEAT wordt geplaatst, moet vlak zijn en over voldoende draagvermogen beschikken. Voor het verlijmen van DITRA-HEAT wordt een op de ondergrond afgestemde dunbedmortel aangebracht met een lijmkam (aanbeveling 6 x 6 mm). Daarin wordt DITRA-HEAT met het vliesweefsel vol verlijmd, waarbij het weefsel zich mechanisch in de lijm verankert. Houd daarbij rekening met de open tijd van de lijm.
Op de vloer kunnen direct na de verlijming van DITRA-HEAT de verwarmingskabels worden gelegd met een minimumafstand van 9 cm (elke derde nop).
Bij wandinstallatie worden de verwarmingskabels geplaatst, zodra het hechtcontact afdoende is. Hierbij kan een plaatsingsafstand van 6 cm (elke tweede nop) of 9 cm (elke derde nop) worden gekozen (meer informatie vindt u in productfiche 6.4 op pagina 7, zie de downloads).
Voor wanden wordt het gebruik van matten aanbevolen.
De tegelbekleding wordt overeenkomstig de geldige verwerkingsvoorschriften vakkundig volgens het dunbedprocedé rechtstreeks op DITRA-HEAT aangebracht, waarbij de dunbedmortel zich in de ingesneden noppenstructuur van de DITRA-HEAT-mat verankert.
DITRA-HEAT is waterdicht en bestand tegen de chemische belastingen die gewoonlijk optreden in combinatie met keramische tegelbekledingen. Op plaatsen waar dat noodzakelijk is, kan in combinatie met DITRA-HEAT een beproefde contactafdichting worden gerealiseerd.
Samenvatting van de functies:
a) Ontkoppeling
DITRA-HEAT ontkoppelt de bekleding van de ondergrond en neutraliseert op die manier de spanningen tussen de ondergrond en de tegelbekleding die het gevolg zijn van verschillende vormveranderingen. Tevens worden spanningsscheurtjes uit de ondergrond overbrugd zonder dat ze aan de tegelbekleding worden doorgegeven.
b) Afdichting
DITRA-HEAT is een waterdichte polypropyleenmat met een relatief hoge waterdampdiffusiedichtheid. Bij een vakkundige verwerking ter hoogte van de naden en de inbouwelementen kan met DITRA-HEAT een beproefde contactafdichting in combinatie met de tegelbekleding worden gerealiseerd.
DITRA-HEAT is toepasbaar overeenkomstig de in Duitsland geldende afdichtingsnorm DIN 18534. Waterbelastingsklasse: W0-I tot W3-I*. Verder beschikt DITRA-HEAT over een algemeen bouwtechnisch testcertificaat (abP).
Vochtigheidsbelastingsklasse volgens ZDB: 0 tot B0 en A.
Schlüter-DITRA-HEAT / -HEAT-DUO beschikt volgens EAD 030436-00-0503 over een Europese vergunning (ETA = European Technical Assessment) alsook een toelating voor de Duitse markt (abP) en is gekenmerkt met een CE-markering.
Voor toepassingen waarin CE-conform of overeenkomstig het abP (algemeen bouwtechnisch testcertificaat) moet worden gewerkt, mag enkel voor het systeem goedgekeurde dunbedmortel worden gebruikt. De dunbedmortel en de betreffende testcertificaten kunnen worden opgevraagd via het adres dat in dit productdatablad wordt vermeld.
Het afdichtingssysteem DITRA-HEAT/ -HEAT-DUO beschermt zo de onderconstructie tegen schade door indringend vocht of agressieve stoffen.
* Met abP en/of volgens ETA overeenkomstig EAD 030436-00-0503. Verdere informatie over toepassing en inbouw kan indien nodig worden verkregen bij onze technische verkoopafdeling.
c) Spreiding van de belasting (lastoverdracht)
Vloertegels geplaatst op DITRA-HEAT moeten minstens 5 x 5 cm groot zijn en een minimale dikte van 5,5 mm hebben. DITRA-HEAT leidt de belasting op de tegelbekleding rechtstreeks af naar de ondergrond via de met dunbedmortel gevulde uitdiepingen. Daardoor zijn op DITRA-HEAT geplaatste tegelbekledingen hoog belastbaar. Bij hogere belastingen (zoals in commerciële ruimtes) en hoge te verwachten puntbelastingen (bijvoorbeeld door een concertvleugel, pompwagen, stelling) moeten de dikte en de drukstabiliteit van de tegels worden afgestemd op het toepassingsgebied. De in Duitsland geldende voorschriften en tegeldikte van het ZDB-normblad "Mechanisch zwaar belastbare keramische vloerbekledingen" moeten in acht worden genomen.
In geval van zware belastingen moeten de tegels vol in de tegellijm worden ingebed.
Bij keramische bekledingen moeten slagbelastingen met harde voorwerpen worden vermeden. De tegels moeten een minimale afmeting van 5 x 5 cm hebben.
d) Hechtcontact
DITRA-HEAT zorgt voor een goed hechtcontact van de tegelbekleding met de ondergrond, zowel door de verankering van het vliesweefsel met de dunbedmortel op de ondergrond als door de mechanische verankering van de dunbedmortel in de ingesneden noppenstructuur. DITRA-HEAT is daarom geschikt voor wanden en vloeren.
Ondergronden voor Schlüter-DITRA-HEAT
Controleer altijd of ondergronden waarop DITRA-HEAT moet worden aangebracht, vlak, stabiel, schoon en compatibel zijn. Bestanddelen die een goede hechting verhinderen, moeten van het oppervlak worden verwijderd. Voordat DITRA-HEAT wordt geplaatst, moeten oneffenheden worden uitgevlakt en moet een nivellerings- of hellingslaag worden aangebracht.
Om een efficiënte verwarming van de vloer te garanderen, is de inbouw van thermische isolatie nodig, in het bijzonder bij plaatsing op de grond of boven onverwarmde ruimtes.
Voor een snellere opwarming op onverwarmde dekvloerconstructies adviseren wij het gebruik van DITRA-HEAT-DUO voor een thermische barrière of Schlüter-KERDI-BOARD als isolatielaag (zie productdatablad 12.1).
Beton
Beton is onderhevig aan langdurige vormveranderingen door krimp. Bij beton en voorgespannen beton kunnen bovendien spanningen optreden ten gevolge van doorbuiging.
Door het gebruik van DITRA-HEAT worden de optredende spanningen tussen beton en tegelbekleding geabsorbeerd, zodat de tegels direct kunnen worden geplaatst zodra het beton voldoende stabiel is.
Cementdekvloer
Cementdekvloeren moeten volgens de geldende voorschriften ten minste 28 dagen oud zijn en een restvochtgehalte van minder dan 2 CM-% hebben voordat de tegels worden gelegd.
Vooral zwevende en verwarmde dekvloeren kunnen ten gevolge van belastingen en temperatuurveranderingen ook achteraf nog vervormen of barsten. Bij gebruik van DITRA-HEAT kunnen de tegels op een verse cementdekvloer worden geplaatst zodra deze begaanbaar is.
Eventuele barsten en vervormingen van de dekvloer die achteraf optreden, worden door DITRA-HEAT geneutraliseerd en kunnen niet naar de tegelbekleding worden overgedragen.
Calciumsulfaatdekvloer
Een calciumsulfaatdekvloer (anhydrietdekvloer) mag bij het plaatsen van tegels volgens de geldende voorschriften max. 0,5 CM-% restvochtgehalte bevatten. Door het gebruik van DITRA-HEAT kan al bij een restvochtigheid van minder dan 2 CM-% een tegelbekleding worden aangebracht.
Indien nodig, moet het dekvloeroppervlak worden voorbehandeld volgens de voorschriften en instructies van de fabrikant (schuren, voorstrijken). Gebruik voor het verlijmen van DITRA-HEAT een hydraulisch afbindende of een andere daarvoor geschikte dunbedmortel. DITRA-HEAT beschermt de dekvloer tegen binnendringend vocht via het oppervlak. Omdat calciumsulfaatdekvloeren gevoelig zijn voor vocht, moeten ze worden beschermd tegen bijkomende vochtbelasting, onder andere uit de ondergrond.
Verwarmde dekvloer
DITRA-HEAT kan ook op verwarmde dekvloeren worden toegepast volgens de hierboven genoemde instructies (m.b.t. cement, calciumsulfaat). Bij het gebruik van DITRA-HEAT kan de bekledingsconstructie al 7 dagen na voltooiing worden verwarmd. Beginnend bij 25 °C kan de aanvoertemperatuur daarbij dagelijks met max. 5 °C tot de gebruikstemperatuur van max. 40 °C worden verhoogd.
Opmerking: met de inbouw van DITRA-HEAT over een verwarmde dekvloer kan een individuele, gedeeltelijke verwarming worden gerealiseerd, die onafhankelijk van de centrale verwarming functioneert. Hierdoor kan de centrale verwarming tijdens de overgangsperiode volledig worden uitgeschakeld.
Verder kunnen ook piekbelastingen worden opgevangen met DITRA-HEAT.
(DITRA-HEAT-DUO wordt vanwege de thermische barrière niet aanbevolen voor gebruik op verwarmde dekvloeren.)
Kunststofbekledingen en coatings
De oppervlakken moeten voldoende draagvermogen bieden en zodanig zijn uitgevoerd of voorbehandeld dat een geschikte lijm erop kan hechten waarin dan het draagvlies van DITRA-HEAT zich kan verankeren. Controleer eerst of de lijm compatibel is met de ondergrond en met DITRA-HEAT.
Spaan- en multiplexplaten
Deze materialen zijn bijzonder onderhevig aan vormveranderingen onder invloed van vocht (ook sterk schommelende luchtvochtigheid). Daarom dienen spaan- of multiplexplaten te worden gebruikt die een vochtwerende behandeling hebben ondergaan.
De platen kunnen in principe binnenshuis zowel aan de wand als op de vloer als ondergrond worden toegepast.
De dikte van de platen moet zo worden gekozen dat ze in combinatie met een geschikte draagconstructie voldoende vormvast zijn.
Voor de bevestiging worden schroeven op een korte tussenafstand aangebracht. De naden moeten van het tand/groeftype en verlijmd zijn. Ten opzichte van aangrenzende constructie-elementen moet een randvoeg van ca. 10 mm worden voorzien.
DITRA-HEAT neutraliseert de spanningen die in de tegelbekleding kunnen optreden en voorkomt bovendien dat er vocht indringt.
Plankenvloeren
Mits de plankenvloer voldoende draagkrachtig, vastgeschroefd en van het tand/groeftype is, kunnen keramische bekledingen er in principe rechtstreeks op worden gelegd. Alvorens DITRA-HEAT op de plankenvloer te verlijmen, moet het vochtgehalte ervan in evenwicht zijn.
Een bewezen oplossing is in dit geval het aanbrengen van een extra laag spaan- of multiplexplaten. Oneffen vloeren moeten vooraf door geschikte maatregelen worden genivelleerd.
Metselwerk / gemengde ondergronden
Volledig gevoegd metselwerk van baksteen, kalkzandsteen, cementgebonden baksteen, gasbeton en dergelijke is in principe geschikt als ondergrond voor DITRA-HEAT. Oneffenheden moeten vooraf worden geëgaliseerd.
Vooral bij renovaties, verbouwingen en aanbouw bestaan ondergronden vaak uit verschillende materialen (gemengd metselwerk), die als gevolg van verschillende vervormingen neigen tot barstvorming aan de grensvlakken. Dankzij DITRA-HEAT worden spanningen en barsten die daarbij ontstaan, niet op de tegelbekleding overgedragen.
Gipspleisterwerk/-stenen
Gipsondergronden moeten, na controle volgens de geldende regels, droog zijn – de oppervlakken moeten zo nodig met een grondlaag worden voorbehandeld. DITRA-HEAT kan met hydraulisch afbindende of andere geschikte dunbedmortels worden verlijmd.