Alvorens met de verwerking te beginnen, moeten de plaatsingsvoorschriften van de tegelfabrikant en de nationale richtlijnen van de afzonderlijke landen (DIN-normen, informatiebladen, etc.) in acht worden genomen.
De ontwerpgegevens met betrekking tot het afschot, de drukbelastbaarheid van de gebruikte isolatiematerialen en de afdichtingsstoffen (dakbedekking) moeten worden gecontroleerd.
De plaatelementen kunnen in elk gewenst patroon worden gelegd (houd rekening met de instructies van de fabrikant).
Opmerking:
De plaatelementen kunnen in overeenstemming met de geldende voorschriften zonder afschot worden gelegd. Door de losse plaatsing moet rekening worden gehouden dat eenzijdige belastingen of hoekbelastingen kunnen leiden tot bewegingen in de tegelbekleding.
Aanbeveling: Voor een constructieve speelruimte raden wij aan met een tegeldragerhoogte van ten minste 10 mm te beginnen.
Voor een volvlakkige bescherming van de afdichting adviseren wij de drainagematten TROBA-PLUS of Schlüter-DITRA-DRAIN.
Wij raden aan een legplan te maken, zodat er een gelijkmatig voegenbeeld ontstaat.
- De ondergrond moet draagkrachtig zijn met een minimale helling van 1,5 - 2,0%.
De instructies van de fabrikant met betrekking tot de draagkracht van de plaatelementen moeten worden nageleefd. Indien nodig, moeten er extra tegeldragers worden geplaatst.Met TROBA-LEVEL kunt u de terrastegels met verschillende hellingspercentages plaatsen.
Voor het bepalen van het aantal tegeldragers en terrastegels kunt u gebruik maken van de calculator op onze homepage.
Een eerste indicatie van het aantal ondersteuningspunten wordt weergegeven door legplan 1b; in principe moet op het hoogste punt met de betegeling worden begonnen.
Schets:
Eerste tegel = 4 ondersteuningspunten
Randtegels = 2 ondersteuningspunten
Middelste tegels = 1 ondersteuningspunt
- TROBA-LEVEL-PL 10 tegeldragers (10 mm) kunnen worden gestapeld door ze 90° te draaien.
- Vanaf 50 mm opbouwhoogte kunnen de TROBA-LEVEL-PLA 30 vulstukken (elk 30 mm) tussen twee TROBA-LEVEL-PL 10 tegeldragers worden geplaatst.
- Nivelleren van het afschot: controleer met een waterpas hoeveel TROBA-LEVEL-AP 1 nivelleerplaatjes (van elk 1 mm) op elkaar moeten worden gestapeld. Als er meer dan negen TROBA-LEVEL-AP 1 nivelleerplaatjes nodig zijn, moet in plaats daarvan een extra TROBA-LEVEL-PL 10 tegeldrager (10 mm) worden gebruikt. TROBA-LEVEL-AP 1 nivelleerplaatjes (1 mm) moeten aan de zijkant worden vastgeklikt.
- Let op de legrichting.
- Blijf TROBA-LEVEL-AP 1 nivelleerplaatjes op elkaar stapelen tot het niveau van de tegel ernaast is bereikt.
- Rand-tegeldragers kunnen tot aan de benodigde opbouwhoogte worden gestapeld door ze 90° te draaien. De TROBA-LEVEL-PL 10 tegeldrager (10 mm) kan aan de rand of de hoeken worden gehalveerd of in vieren worden gedeeld (tegelbreedte ten minste 60 mm). Snijd hiertoe eerst de tegeldrager in met een cuttermes, breek hem vervolgens en snijd de niet benodigde voegribben af. Bedenk vóór het snijden welke helften bij elkaar passen.
- Randoplossing vanaf 50 mm opbouwhoogte (ook voor holvormige randen). Vanaf een opbouwhoogte van 60 mm moet u de uitstekende voegribben inkorten.
- Hoekoplossing vanaf 50 mm opbouwhoogte (ook voor holvormige randen).
Vanaf een opbouwhoogte van 60 mm moet u de uitstekende voegribben inkorten.
- Vanaf 60 mm opbouwhoogte kunnen ook de draaibare TROBA-LEVEL-PLV 60 tegeldragers worden geplaatst. Door aan het instelwiel te draaien, kunnen de afzonderlijke tegeldragers variabel tot een hoogte van 130 mm omhoog worden geschroefd.
- Indien nodig, kan een kleine nivellering of hellingcompensatie worden bereikt met Schlüter®-TROBA-LEVEL-AP 1 nivelleerplaatjes (zie afb. 6).
- Bij een vereiste opbouwhoogte van meer dan 130 mm kan de TROBA-LEVEL-PLV 60 tegeldrager worden gecombineerd met de TROBA-LEVEL-PLA 30 en met de TROBA-LEVEL-PL 10 tegeldragers.
- Door maximaal vier TROBA-LEVEL-PLV 60 tegeldragers te stapelen, zijn alle opbouwhoogtes van 60 tot 520 mm mogelijk. De tegeldragers moeten steeds aan elkaar worden vastgezet.
- Randuitvoering/hoekuitvoering: Zaag de bodemplaat langs de snijmarkering aan de onderzijde af en klap de wandafstandhouder omhoog (zie markering afb. 14). Sla de niet-benodigde voegribben eraf. De minimale tegelbreedte is 85 mm.
- Verlenging: Met TROBA-LEVEL-PLA 70 (H = 70 mm) kunnen sneller grotere hoogtes worden bereikt. Deze adapters moeten helemaal in de bodemplaat van TROBA-LEVEL-PLV 60 worden gedraaid. TROBA-LEVEL-PLA 70 is niet bedoeld voor nivellering. Let er bij het bevestigen van Schlüter-BARA-RHA op dat de aanwezige afwateringsopeningen in het draagprofiel niet worden afgedekt.
- Voor een goede lastverdeling zijn optioneel de tegeldragers TROBA-LEVEL-LV 3 (Ø 200 mm, hoogte 3 mm) verkrijgbaar. Deze kunnen worden gecombineerd met TROBA-LEVEL-PL 10 en TROBA-LEVEL-PLA 30. Met de tegeldrager TROBA-LEVEL-LV 3 zijn ook lage opbouwhoogtes mogelijk - er is een nauwkeurige nivellering mogelijk met de TROBA-LEVEL-AP 1 nivelleerplaatjes. TROBA-LEVEL-LV 3 kan worden doorgesneden en heeft 3 mm dikke voegribben voor een gelijkmatig voegraster.
- Bescherming van de afdichting: Bij hoge beschermingsvoorschriften moeten de bodemplaten van TROBA-LEVEL-PLV 60 of TROBA-LEVEL-LV 3 in de inkepingen van de TROBA-LEVEL-PLS 6 beschermer (H = 6 mm) worden vastgezet. Bij PVC-afdichtingen moet de aluminium scheidingslaag van de beschermer aan de onderzijde worden geplaatst. Als de tegeldrager TROBA-LEVEL-PL 10 wordt gebruikt, moet deze in het midden van de beschermer worden geplaatst.
Indicatieve hoeveelheidsberekening van de tegeldragers:
- 60 x 60 cm ~ 3,4 tegeldragers/m²
- 75 x 75 cm ~ 4,0 tegeldragers/m²
- 30 x 120 cm ~ 7,0 tegeldragers/m²
- 40 x 120 cm ~ 5,4 tegeldragers/m²
