Schlüter-KERDI-DRAIN is een vloerafvoersysteem voor een eenvoudige en betrouwbare aansluiting van contactafdichtingen op het rioleringsnetwerk van het gebouw. Volgens het normblad van ZDB (de Duitse bouwfederatie) gelden ze als erkende regel van de techniek.

Op de brede trapeziumvormig geperforeerde en met een vlies beklede kleefflens van het dunbed-opzetstuk wordt de Schlüter-KERDI manchet als dichte aansluiting op de hechtende oppervlakteafdichting verlijmd.

De KERDI-DRAIN afvoersystemen zijn modulair opgebouwd en kunnen voor elke toepassing individueel worden samengesteld. Verschillende roosterdesigns kunnen met verschillende verticale of horizontale afvoerbehuizingen met of zonder stankafsluiter worden gecombineerd.

Met Schlüter-KERDI-DRAIN-STYLE zijn er verschillende designafdekkingen in combinatie met een vrijwel onzichtbaar inlegframe beschikbaar.

Schlüter-KERDI-DRAIN-BASE is een zeer laag opgebouwde vloerafvoer, geschikt voor inbouw in klassieke of met Schlüter-KERDI-SHOWER vloerelementen gerealiseerde inloopdouches.

Voor KERDI-DRAIN zijn voor de inbouw van een vloerafvoersysteem complete sets in drie varianten beschikbaar.

Schlüter-KERDI-DRAIN-R10 GT is een stankafsluiter incl. siliconen afsluitklep voor alle 100 x 100 mm rooster/framesets. Deze kan worden gebruikt in plaats van de tweedelige stankafsluiter en voorkomt geurvorming, die bij weinig gebruikte afvoersystemen (in gastenbadkamers, vakantiewoningen etc.) kan ontstaan door het uitdrogen van de stankafsluiter. Met een afvoercapaciteit van 0,4 l/s (volgens DIN EN 1253) kan de droge stankafsluiter daar ook de bestaande stankafsluiter permanent vervangen.

De bijgevoegde onderhoudsinstructies moeten worden opgevolgd.

Verwerking Schlüter-KERDI-DRAIN met afvoerbehuizing

1. De KERDI-DRAIN afvoerbehuizing wordt in de draagconstructie ingebouwd en aangesloten op het afwateringsnetwerk.
2. Daarna kan er eventueel contactgeluids- en/of thermische isolatie worden gelegd.
3. Na het verwijderen van het beschermdeksel wordt het KERDI-DRAIN dunbed-opzetstuk naargelang de vloeropbouwhoogte ingekort, op de afvoerbehuizing geplaatst en ingedrukt (evt. smeervet gebruiken).
   Opmerking: Om hoogtebewegingen bij bekledingen met isolatie op te vangen, moet het dunbed-opzetstuk worden ingekort zodat het de afvoerbehuizing niet raakt.
4. Hierna wordt de dekvloer zo aangebracht dat de trapeziumvormig geperforeerde flens van het KERDI-DRAIN dunbed-opzetstuk in één vlak ligt met de bovenzijde van de dekvloer.
5. Door de KERDI-manchet te verlijmen met de afdichtingslijm KERDI-COLL-L wordt een dichte overgang naar het dekvloeroppervlak gerealiseerd. Werk de aansluitende oppervlakteafdichting af met KERDI of spatelbare afdichting waarbij de manchet voldoende moet worden overlapt.
   Bij gebruik van DITRA als oppervlakteafdichting moet u deze eerst aanbrengen tot aan de geperforeerde rand van het opzetstuk. Lijm vervolgens de KERDI-manchet over het hele oppervlak zodanig vast dat deze de DITRA-mat overlapt. Gebruik voor het verlijmen van de KERDI-manchet de afdichtingslijm KERDI-COLL-L.
6. Als bekledingsmateriaal kunnen coatings of tegels worden geplaatst. De hoogte van het rooster moet door het instellen van de hoogte-instelring en ondervulling met mortel zo worden geregeld dat hij op gelijke hoogte met de bekleding komt te liggen. Omdat de onderbouw van het rooster een kleinere diameter heeft dan het dunbed-opzetstuk, kan de positie van het rooster worden aangepast aan het voegpatroon van een tegelbekleding.

Opmerking:

KERDI-DRAIN kan ook op een houten constructie worden ingebouwd. Gedetailleerde informatie hierover is op aanvraag verkrijgbaar.

Verwerking Schlüter-KERDI-DRAIN-BASE

1. De KERDI-DRAIN-BASE afvoerbehuizing wordt op de draagconstructie geplaatst (evt. op een geschikte contactgeluidsisolatie) en aangesloten op het afwateringsnetwerk. Hiervoor moet evt. de bijgeleverde DN 40/50 adapter worden gebruikt.
2. De dekvloer wordt zodanig aangebracht dat de trapeziumvormig geperforeerde flens van het KERDI-DRAIN dunbed-opzetstuk in één vlak ligt met de bovenzijde van de dekvloer.
3. Door de KERDI-manchet te verlijmen met de afdichtingslijm KERDI-COLL-L wordt een dichte overgang naar het dekvloeroppervlak gerealiseerd. Werk de aansluitende oppervlakteafdichting af met KERDI of spatelbare afdichting waarbij de manchet voldoende moet worden overlapt.
   Bij gebruik van DITRA als oppervlakteafdichting moet u deze eerst aanbrengen tot aan de geperforeerde rand van het opzetstuk. Lijm vervolgens de KERDI-manchet over het hele oppervlak zodanig vast dat deze de DITRA-mat overlapt. Gebruik voor het verlijmen van de KERDI-manchet de afdichtingslijm KERDI-COLL-L. Bij het inbouwen van KERDI-DRAIN-BASE in combinatie met KERDI-SHOWER moet u de desbetreffende inbouwhandleiding volgen.
4. Als bekledingsmateriaal kunnen coatings of tegels worden geplaatst (bekledingsdikte 3 - 15 mm). De hoogte van het rooster moet - zonder gebruik van smeermiddel - zo worden geregeld door het indrukken van het roestvaststalen rooster en door ondervulling met mortel, dat het op gelijke hoogte met de bekleding komt te liggen.
5. Voor ingebruikname moet het roestvaststalen rooster worden losgeschroefd en de juiste positie van de stankafsluiter worden gecontroleerd door deze aan te drukken (evt. O-ring voorzien van smeermiddel).

Opmerking:

KERDI-DRAIN-BASE kan ook op een houten constructie worden ingebouwd. Gedetailleerde informatie hierover is op aanvraag verkrijgbaar.

Verwerking Schlüter-KERDI-DRAIN dunbed-vloerafvoer

1. Na het plaatsen van eventuele contactgeluids- en/of thermische isolatie wordt de dunbed-vloerafvoer overeenkomstig de vloeropbouwhoogte geplaatst en aangesloten op de afwatering.
2. Hierna wordt de dekvloer zo aangebracht dat de trapeziumvormig geperforeerde flens van het KERDI-DRAIN opzetstuk in één vlak ligt met de bovenzijde van de dekvloer.
3. Door de KERDI-manchet te verlijmen met de afdichtingslijm KERDI-COLL-L wordt een dichte overgang naar het dekvloeroppervlak gerealiseerd. Werk de aansluitende oppervlakteafdichting af met KERDI of spatelbare afdichting waarbij de manchet voldoende moet worden overlapt. Bij gebruik van DITRA als oppervlakteafdichting moet u deze eerst aanbrengen tot aan de geperforeerde rand van de afvoer. Lijm vervolgens de KERDI-manchet over het hele oppervlak zodanig vast dat deze de DITRA-mat overlapt. Gebruik voor het verlijmen van de KERDI-manchet de afdichtingslijm KERDI-COLL-L.
4. Als bekledingsmateriaal kunnen coatings of tegels worden geplaatst.

Opmerking:

KERDI-DRAIN kan ook op een houten constructie worden ingebouwd. Gedetailleerde informatie hierover is op aanvraag verkrijgbaar.

Verwerking Schlüter-KERDI-DRAIN tegeldrager

1. Na het verlijmen van de KERDI-manchet met de afdichtingslijm KERDI-COLL-L kan de plaatsing van de bekleding beginnen. Als bekledingsmateriaal kunnen tegels of natuursteen worden geplaatst.
2. Tegeldrager met onderbouw en hoogte-instelring. De dunbed-vloerafvoer wordt voorzien van dunbedmortel. Het roestvaststalen frame met schroefgaten wordt in de uitsparingen van de hoogte-instelring geplaatst en in de dunbedmortel ingewerkt.
3. Tegeldrager met onderbouw en geïntegreerde stankafsluiter. Het roestvaststalen rooster met onderbouw wordt in het dunbed-opzetstuk geplaatst, voorzien van een ondervulling met dunbedmortel en daarna ingedrukt tot de maximale diepte.
4. Na het aanbrengen van de afstandhouder kan de plaatsing van de bekleding beginnen. Zorg ervoor dat de bekleding direct tegen de afstandhouder op het frame wordt gelegd. Na het verwijderen van de afstandhouder moeten mortelresten worden verwijderd.
5. De tegeldrager wordt voorzien van dunbedmortel en verlijmd met een passende bekleding van 8,2 x 8,2 cm, zodat rondom een gleuf voor waterafvoer ontstaat van minstens 5 mm.

Opmerking:

Voor een correcte snede moet het bekledingsmateriaal eventueel met een natzaagmachine op maat worden gesneden en moeten de randen worden afgebraamd.

Volg hier ook de bijgevoegde inbouwhandleiding van de afvoerbehuizing.

Afwatering op twee niveaus

1. Het KERDI-DRAIN afvoersysteem wordt in de draagconstructie ingebouwd en aangesloten op het afwateringsnetwerk.
2. Voor het plaatsen van de afdichtingsstrook moet de roestvaststalen flensring worden gedemonteerd. Vervolgens wordt de afdichtingsstrook aangebracht en uitgesneden volgens de grootte van de aansluitflens. Hierbij kan de bijgevoegde Schlüter-TROBA-PLUS 8 drainagemanchet als snijpatroon worden gebruikt. Na het plaatsen van de afdichtingsstrook wordt de roestvaststalen flensring opnieuw gemonteerd en vastgeschroefd.
3. Plaats nu het geperforeerde inloopelement in de aansluitflens. Vervolgens wordt de meegeleverde TROBA-PLUS 8 drainagemanchet overeenkomstig de uitsparingen op de aansluitflens gelegd. Het dunbed-opzetstuk KERDI-DRAIN wordt op hoogte van de rest van constructie ingekort en over het geperforeerde inloopelement geschoven.
4. Hierna wordt de dekvloer zo aangebracht dat de trapeziumvormig geperforeerde flens van het KERDI-DRAIN dunbed-opzetstuk in één vlak ligt met de bovenzijde van de dekvloer.
5. Door de KERDI-manchet te verlijmen met de afdichtingslijm KERDI-COLL-L wordt een dichte overgang naar het dekvloeroppervlak gerealiseerd. Werk de aansluitende oppervlakteafdichting af met KERDI of spatelbare afdichting waarbij de manchet voldoende moet worden overlapt. Bij gebruik van DITRA als oppervlakteafdichting moet u deze eerst aanbrengen tot aan de geperforeerde rand van het opzetstuk. Lijm vervolgens de KERDI-manchet over het hele oppervlak zodanig vast dat deze de DITRA-mat overlapt. Gebruik voor het verlijmen van de KERDI-manchet de afdichtingslijm KERDI-COLL-L.
6. Als bekledingsmateriaal kunnen coatings of tegels worden geplaatst. De hoogte van het rooster moet door het instellen van de hoogte-instelring en ondervulling met mortel zo worden geregeld dat hij op gelijke hoogte met de bekleding komt te liggen. Omdat de onderbouw van het rooster een kleinere diameter heeft dan het dunbed-opzetstuk, kan de positie van het rooster worden aangepast aan het voegpatroon van een tegelbekleding.

Opmerking:

Volgens de richtlijnen voor platte daken moet bij dakoppervlakken met een borstwering rondom een veiligheidsoverloop worden voorzien. Hiervoor is onze roestvaststalen spuwer Schlüter-KERDI-DRAIN-SP-E geschikt.

De afvoerbehuizingen worden naargelang het type vervaardigd uit zeer slagvast polypropyleen (PP) of acrylonitril-butadieen-styreen (ABS). Het dunbed-opzetstuk is gemaakt van acrylonitril-butadieen-styreen (ABS) met een kleefflens waarvan het oppervlak met een vlies is bekleed.

De Schlüter-KERDI-manchet is een barstoverbruggende afdichtingsmat van zacht polyethyleen (PE) die aan beide zijden voorzien is van een speciaal vliesweefsel voor een doeltreffende verankering in de tegellijm.

Deze dient voor de betrouwbare aansluiting van het dunbed-opzetstuk op de contactafdichting op de vloer.

Zo ontstaat er in combinatie met de afdichtingssystemen Schlüter-KERDI, Schlüter-DITRA, Schlüter-DITRA-HEAT of Schlüter-KERDI-BOARD en Schlüter-KERDI-SHOWER en de bij het systeem behorende afdichtingslijm Schlüter-KERDI-COLL-L of Schlüter-KERDI-FIX beproefde afdichtingen met aansluitende afwatering.

Schlüter-KERDI-DRAIN is een systeemcomponent overeenkomstig de in Duitsland geldende afdichtingsnorm DIN 18534 en beschikt in combinatie met de hierboven genoemde Schlüter-systemen over een abP (algemeen bouwtechnisch testcertificaat).

De vochtigheidsbelastingsklassen volgens abP zijn te vinden in de desbetreffende productfiches.

Schlüter-KERDI-DRAIN is volgens ETAG 022 (afdichting in verbinding) een systeemcomponent met Europese vergunning (ETA = European Technical Assessment). Bovengenoemde, met KERDI-DRAIN gekeurde Schlüter-producten, zijn met een CE-markering gekenmerkt.

Het roestvaststalen rooster is vervaardigd uit V2A (materiaaltype 1.4301 = AISI 304) en is ook leverbaar in roestvast staal V4A (materiaaltype 1.4404 = AISI 316L).

Materiaaleigenschappen en toepassingsgebieden

De afvoerbehuizingen, dunbed-opzetstukken en afdekkingen zijn overeenkomstig de Duitse norm DIN EN 1253 - afvoeren voor gebouwen - ondergebracht in classificatie K3. Dit zijn oppervlakken zonder rijverkeer, bijv. in natte ruimten van woningen, verzorgingstehuizen, hotels, scholen en openbare doucheruimtes, op terrassen, loggia's en balkons.

Afvoersystemen die in vorstgevoelige omgevingen worden ingebouwd, mogen niet voorzien zijn van een stankafsluiter. Als er toch een stankafsluiter nodig is, dan moet deze op een vorstvrije plaats worden geïnstalleerd, bijv. in het gebouw.

De horizontale afvoerbehuizing van de vloerafvoerset KD BH 50 GV beschikt over een toevoer en een afvoer. De toevoer is in de fabriek voorzien van een deksel. Aan deze toevoer kan bijv. een wastafel worden aangesloten, zodat de stankafsluiter regelmatig wordt gevuld.

Roosters van roestvast staal 1.4301 (V2A) of 1.4404 (V4A) zijn vooral geschikt voor toepassingen die bestand moeten zijn tegen zowel hoge mechanische belastingen als chemische inwerkingen, bijv. door zuren of alkalische stoffen, reinigingsmiddelen of strooizout. Afhankelijk van de te verwachten belasting kan tussen de legeringen van materiaal 1.4301 of 1.4404 worden gekozen. Bij hogere belastingen, zoals in zwembaden (zoet water), adviseren wij het gebruik van 1.4404. Ook roestvast staal van materiaaltype 1.4404 is niet bestand tegen elke chemische belasting, bijv. zout- en vloeizuur, of bepaalde chloor- en zout bronwaterconcentraties. Dit geldt in bepaalde gevallen ook voor zoutwater-zwembaden. De toepasbaarheid van het gekozen bodemafvoersysteem moet in specifieke gevallen worden getoetst aan de te verwachten chemische, mechanische of andere belastingen. Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen.