Schlüter-KERDI-CID is een meerdelig aansluitafdichtingssysteem voor het maken van een genormeerde capillaire onderbreking bij afdichtingssystemen in de deuropening, in combinatie met keramische tegels of natuursteen.

De sets bestaan telkens uit het roestvaststalen profiel Schlüter-SCHIENE-E met een af fabriek vast verlijmde polyethyleen afdichtingsband en bij de inbouwsituatie resp. deuropeningsrichting passende, voorgevormde Schlüter-KERDI-KERECK hoekstukken.

Bij een vakkundige plaatsing van KERDI-CID kan een capillaire onderbreking worden gerealiseerd, die voorkomt dat water onder de tegelbekleding zich verspreidt naar aangrenzende bekledingen. KERDI-CID is ontwikkeld als aansluitafdichting voor bekleding van tegels of natuursteen, en is in combinatie met Schlüter-afdichtingssystemen getest volgens de criteria van de in Duitsland geldende abP’s (algemeen bouwtechnisch testcertificaat). Als systeemcomponent is het vermeld in de testcertificaten van Schlüter-KERDI 200, -DITRA, -DITRA-HEAT/-DUO en -KERDI-BOARD. Daarmee voldoet KERDI-CID aan de norm DIN 18534.

1. De ondergrond moet vooraf vakkundig met een geschikt Schlüter-waterdichtingssysteem worden afgedicht. Eventueel noodzakelijke nivelleringsmaatregelen, bv. een drempel in de deurzone, moeten vóór de afdichting worden uitgevoerd.
2. Kies de profielhoogte (H = binnenwerkse maat boven de afdichtingsband) afhankelijk van de tegeldikte en de plaatsingsmethode. Opmerking: De profielhoogte moet worden gekozen overeenkomstig de bovengenoemde binnenwerkse maat vanaf de afdichtingsband.
3. Kort het profiel in tot de gewenste lengte. Hierbij is het praktisch om de afdichtingsband eerst met een scherp cuttermes ca. 2 mm vanaf de eigenlijke snijrand in te snijden en vervolgens het profiel met een haakse slijper of een handzaag in te korten.
4. Daar waar de capillaire onderbreking moet komen, brengt u Schlüter-KERDI-COLL-L aan op het afdichtingsoppervlak. Het profiel en de afdichtingsband moet u over het hele oppervlak in de verse afdichtingslijm drukken en uitlijnen.
5. Gebruik de voorgevormde KERDI hoeken voor de verbinding met aangrenzende bouwelementen. Deze moet u vóór het verlijmen inkorten op de hoogte van het profiel.
6. De hoeken kunt u naar keuze met KERDI-COLL-L of KERDI-FIX over het hele oppervlak vastlijmen op de afdichting en het roestvaststalen profiel.
7. Zodra de gehele contactafdichting met alle overlappingen, hoeken en aansluitingen dicht is verlijmd, kan worden gestart met het aanbrengen van de bekleding. Er is geen wachttijd nodig.
8. Voor het betegelen moet u hydraulisch afbindende dunbedmortel rechtstreeks op de afdichting aanbrengen. Leg de aangrenzende tegels over het hele oppervlak zodanig in de mortel dat ze vlak aansluiten op de bovenste rand van het profiel. Opmerking: Ter compensatie van maattoleranties van het bekledingsmateriaal mag u het profiel iets lager (ca. 1 mm) dan het bekledingsoppervlak installeren, maar let erop dat het niet boven het oppervlak uitsteekt.
9. Laat een voeg van ca. 1,5 mm vrij tussen de aangrenzende tegel en het profiel.
10. Vul de voegruimte tussen de tegels en het profiel volledig op met voegmortel.
11. Vul de voegruimte tussen het profiel en de aangrenzende vloerbekleding op met flexibel vulmateriaal.

De profielen bestaan uit gewalst roestvast staal V4A (materiaalnr. 1.4404 = AISI 316L). Het niet-geperforeerde bevestigingsvlak is bedoeld als kleefflens, waarop het afdichtingsband van zacht polyethyleen, aan beide kanten voorzien van een speciaal vliesweefsel, af fabriek is aangebracht.

Materiaaleigenschappen en toepassingsgebieden

KERDI-CID is waterdicht en bestand tegen de chemische belastingen die gewoonlijk optreden in combinatie met keramische tegelbekledingen. Het polyethyleen afdichtingsband van KERDI-CID is verouderingsbestendig, onrotbaar en heeft een hoog praktisch uitzettingsvermogen.

Informatie over de bestendigheid van niet-huishoudelijke geschikte chemische belastingen moet afzonderlijk worden overlegd.

Ook roestvast staal van de kwaliteit 1.4404 is niet bestand tegen elke chemische belasting. Stoffen, zoals zout- of vloeizuren of bepaalde chloor- en zoutconcentraties, kunnen schade veroorzaken. Bijzondere te verwachten belastingen moeten daarom steeds vooraf worden gecontroleerd.